START

RECREATIE

MAGAZINE

NATUUR

HISTORIE

EDUCATIE

OVER ONS

LOGIN

 
 

Bomen Planten Insecten Libellen Vlinders Vogels Vissen Zoogdieren


Ree (Capreolus capreolus)
Maximale afmeting:schouderhoogte 75 cm.

Het ree heeft een gewicht van tussen de 15 en de 30 kilogram. Met een schouderhoogte (schofthoogte) van 60 tot 75 cm is een volwassen ree niet groter dan een flinke hond.
In de winter leven reeén in groepen van tussen de 3 en 10 exemplaren. Zo'n groep noemen we een "sprong".

Het ree is net als de koe een herkauwer. De vacht is in de zomer roodbruin van kleur en wordt in de winter vaal bruin. De verharing naar de zomerdos begint in de eerste week van mei en duurt tot ongeveer de derde week van juli. De jonge reeën verharen het eerst. De jaarlingen (dit zijn de dieren die het jaar ervoor geboren zijn) zullen eind mei al het winterhaar hebben verruild voor de zomerdos. De twee jarigen zijn 1 tot 2 weken later klaar met verharen. Reeén die begin juli nog resten van winterhaar tonen zijn zeker erg oud of ze zijn niet gezond. (Als dit laatste het geval is, is afschot noodzakelijk).

Reeën zien niet zo scherp. Bewegingen zien ze echter wel goed en ze horen en ruiken des te beter. Je zult ze daarom niet zo vaak op het open veld zien als het erg hard waait.

Eén van de meest gemaakte fouten is dat een ree een jong edelhert zou zijn. Dit is echter absoluut niet het geval. In de evolutie is het edelhert 'slechts' 40.000 jaar oud terwijl het ree al ongeveer 1.000.000 jaar oud is. Toch wordt de reebok terecht de prins van het woud genoemd. Het ree was al in het begin stadium zeer ver ontwikkeld. Op de zeebodem zijn geweiresten gevonden van ongeveer een miljoen jaar oud, die er op duiden dat ook toen al zes-ender geweien gedragen werden.

Half juli breekt dan de bronsttijd aan en deze duurt tot half augustus. In deze periode zal de bok proberen zoveel mogelijk geiten te beslaan (dekken). Om de geit zover te krijgen gaat de bok haar "drijven" Ze rennen dan in cirkels of achtjes achter elkaar aan. Het kan wel dagen duren voordat de geit zich laat beslaan. Tijdens de bronst eet een reebok bijna niet, na de bronst is hij dan ook sterk vermagerd en zal hij zich weinig tot niet meer aan ons tonen.

De reekalveren worden tussen half en eind mei "gezet" (geboren). De kalveren hebben tot november de zorg van de moeder (reegeit) nodig. Ze worden echter pas in het voorjaar door de inmiddels hoogzwangere geit afgestoten, om plaats te maken voor de nieuwe kalveren. Een reegeit zet over het algemeen twee kalveren per jaar, een drieling komt ook wel voor maar is zeldzaam. Wanneer er sprake is van een drieling zal er waarschijnlijk één kalf niet door het eerste levensjaar heen komen.

De reebok leeft in een afgebakend territorium. Het territorium bakent hij af door aan de grenzen ervan met zijn gewei langs boomstammetjes te vegen. Tussen de geweistangen zit een geurklier waardoor hij met het vegen langs de stammetjes zijn geur afzet. Tijdens het vegen krabt hij met zijn voorhoeven een kuiltje aan de voet van het boompje wat ook weer geldt als afbakening van het territorium. Ook tussen de voorhoeven bevindt zich een geurklier. De bok duldt geen andere bokken in zijn territorium en zal deze dan ook wegjagen, desnoods door een gevecht. Wanneer er echter een bok, in het tweede levensjaar (een jaarling genoemd), in zijn territorium komt zal hij deze niet wegjagen. Dit komt omdat een jaarling, door zijn jonge leeftijd, geen bedreiging vormt voor het territorium. Een jaarling telt dus eigenlijk nog niet mee. In een goed ontwikkeld biotoop heeft een bok vanaf zijn derde levensjaar een eigen territorium.

Reegeiten leven ook in territoria, deze zijn echter veel minder sterk afgebakend dan die van een bok. Een geit heeft er ook geen problemen mee als er een andere geit in haar territorium komt. Een uitzondering hierop is, als de geit nog zeer jonge kalveren heeft. Ze zal dan een andere geit wel wegjagen als die te dicht in de buurt van de kalveren komt.

Het is overigens goed mogelijk dat het territorium van de bok, die van de geit overlapt.

In de winter leven reeën in groepen van tussen de 3 en 10 exemplaren, meer kan ook maar komt in deze regio maar zelden voor. Zo'n groep noemen we een 'sprong'. De sprongen worden rond november gevormd en vallen eind maart weer uiteen. Hierna gaan ze allemaal hun eigen weg. De volwassen bokken gaan dan ook hun territorium uitzetten.

De kalveren van het afgelopen jaar blijven nog bij de geit totdat ze, later in het voorjaar, zullen worden afgestoten door hun moeder. Hierna blijven ze echter nog enkele dagen achter de geit aan lopen, die ze op haar beurt echter zal negeren.

Reeën hebben rondom de aarsopening een witte plek haar, zeg maar witte billen. Deze witte plek haar noemen we de spiegel. Aan deze spiegel kan je zien of je met een bok of een geit te maken hebt. De bok heeft een hartvorm dat ondersteboven staat (echt twee billen dus). De geit heeft ook nog een toef haar over het geslachtsdeel (het lijkt een beetje op een staartje, maar dat is het niet!)

Nu zul je misschien zeggen, ik kan ze toch ook uit elkaar houden door het gewei!? Dat klopt! Maar je kunt je misschien voorstellen dat het ree met zijn kont naar je toe staat en staat te eten van het gras, geen gewei te zien dus! Of als het gaat om een kalf van afgelopen zomer. Het bokkalf heeft dan in maart slechts een paar kleine knopjes opstaan, van veraf in het schemerdonker zelfs met verrekijker dus slecht te onderscheiden. Op zo'n moment is het dus goed om te weten hoe je ze dan van elkaar kunt onderscheiden.

De spiegel heeft voor de reeën zelf ook zeer zeker een functie. Wanneer ze op de vlucht slaan spreiden ze de haren van de spiegel uit tot een plek die anderhalf keer zo groot is als normaal. Zo kunnen ze elkaar, zeker in het donker, goed volgen. Zeker voor de kalveren is dit van belang, ze zouden immers anders hun moeder uit het oog kunnen verliezen.

In het najaar van oktober tot december werpt de reebok zijn gewei af, de oude bokken eerst en de jongere bokken volgen later. Als er afgeworpen is zal er direct een nieuw gewei beginnen te groeien. Dit "opzetten" duurt ongeveer 120 dagen. Het nieuwe gewei groeit in een huid de zogenaamde bast, we noemen dit dan ook een bastgewei.

Tussen half februari en half maart sterft deze basthuid af en droogt uit. Door het afsterven van de basthuid gaat deze jeuken. De reebok zal het gewei gaan "vegen". Dit doet hij door ermee langs een boomstammetje te gaan. De bok zoekt hiervoor meestal jonge boompjes uit waarvan de stam buigzaam is. Dit vegen kan er ruig aan toe gaan, een sterke bok kan een stam uitzoeken met een diameter van wel 6 tot 8 centimeter. Door het vegen worden de bomen flink beschadigd, de schors zal er gedeeltelijk afgeveegd worden. De beschadiging aan bomen en struiken als gevolg van het vegen wordt veegschade genoemd.

Het gewei krijgt mede door het vegen zijn kleur, in de Biesbosch zul je zien dat de kleur van het gewei over het algemeen bij alle bokken hetzelfde is omdat er geveegd wordt langs wilgenhout. Wanneer je, bijvoorbeeld op de Veluwe, een bok ziet is de kleur anders omdat er geveegd wordt aan andere houtsoorten. Aan de kleur van het gewei is dus te bepalen aan welke houtsoort er is geveegd. Het gaat echter te ver om daar in dit verhaal al te diep op in te gaan.

Geweisoorten
Het gewei van een reebok bestaat uit twee stangen met vertakkingen (enden). Tel de enden van beide stangen bij elkaar op (heeft elke stang 3 enden, dan praten we over 2 x 3 = 6 enden, dus een 6-ender). Heeft een reebok twee enden aan iedere kant spreken we niet over een 4 ender maar over een gaffelgewei. Wanneer er geen vertakkingen zijn spreken we over een spitsergewei.


Spotten
In winter periode is het voor de oplettende voorbijganger vrij eenvoudig reeén te zien. (Ik spreek over "oplettende voorbijganger" omdat er mensen zijn die een ree nog niet zien staan al struikelen ze erover.) Als het mooi weer is liggen ze 's middags vaak midden op een akker in de zon te herkauwen. Met een verrekijker zijn ze dan te ontdekken.

Zorg ervoor dat je gekleed bent in groen of eventueel bruin, als het maar een beetje schutkleuren zijn (dus niet fel of fluorescerend groen). Neem een verrekijker mee en zet iets van een pet op, bijvoorbeeld een baseball cap. Je gezicht is dan ook enigszins bedekt en zorgt dan niet voor een lichte vlek tussen al het groen.

Ga 's morgens vroeg of 's avonds op pad. Als je in de ochtend uren gaat zorg dan dat je een half uur voor het opkomen van de zon op je plekje bent. 's Avonds ben je er 1 tot 1,5 uur voor de zon onder gaat.

Zorg ervoor dat je wind tegen hebt. Ook sterke deodorant en/of aftershave is helemaal uit den boze!

In de zomer kan je aanzitten (bijvoorbeeld aan de rand van de dekking met je rug tegen een boom) of gewoon rond wandelen, let erop of je op de grond prenten (sporen) van reeën ziet. Als je een ree ziet blijf dan heel stil staan, pak je verrekijker en probeer te ontdekken of het een bok of een geit is. Als het ree je in de gaten heeft zal het je blijven aankijken net zolang totdat het er zeker van is dat het veilig is. Dan zal het ree de kop weer naar beneden doen alsof het gaat eten. Maar dan met een ruk de kop weer opheffen en je weer aankijken, stil blijven staan dus. Als je nu ook maar één beweging maakt springt het dier af en zal in de dekking verdwijnen. Wanneer het weer gaat laveien (grazen) kun je heel voorzichtig gaan proberen dichterbij te komen, maar blijf het ree in de gaten houden want het zal van tijd tot tijd weer opkijken om te zien of alles nog veilig is (zekeren noemen we dit).

In de winter kun je beter de aanzit methode toepassen. Er is in deze periode veel minder dekking en ze zullen veel makkelijker opgejaagd worden.

Het duurt ongeveer een kwartier tot twintig minuten voordat jouw geur (verwaaiing) weg is. Dat is dus echt de minimale wachttijd die je nodig hebt voordat de reeën zich eventueel laten zien. Dit geldt dus voor de aanzit methode.

Veel succes.

Artikel: Maarten van der Belt

© biesbosch.nu

 

ZOEKEN

 
 

ACTIVITEITENKALENDER

 

 Kalender

Maart 2024

Ma Di Wo Do Vr Za Zo
123
45678910
11121314151617
18192021222324
25262728293031

 
 
 

© biesbosch.nu 2024