Biesbosch.nu

Magazine herfst 2010


 

Terug naar inhoudsopgave

De geschiedenis van de
     
Sliedrechtse Biesbosch (deel 7)
Door Cees van der Esch

Amateurarcheoloog Cees van der Esch wroet al sinds zijn jeugd in de bodem op zoek naar sporen uit het verleden. Het Eiland van Dordrecht en in het bijzonder de Sliedrechtse Biesbosch hebben hierbij zijn speciale aandacht. Jarenlang deed hij verslag van zijn opgravingen in het tijdschrift 'Westerheem' van de landelijke vereniging van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland, en het regionale kwartaalblad 'Grondig Bekeken' van de afdeling Lek-en Merwestreek.
In samenwerking met Biesbosch.nu gaan we een deel van zijn werk opnieuw publiceren. Zo krijgt u een prachtig inkijkje in de ontstaansgeschiedenis van de Sliedrechtse Biesbosch; een gebied vol tegenstrijdigheden en met een niet mis te verstane historie.


Dammen in de Bassekil
 deel 2
(Voor deel 1 volg deze link)

Eeuwen oud rijshout in de polder Kort- en Lang Ambacht in de Sliedrechtse Biesbosch

De constructie en het gebruikte hout van de dammen
Het stuk dam wat nog het best bestudeerd kon worden, bevindt zich aan de oostzijde van wat ooit de mond van de Bassekil was in het westelijke deel van de polder Kort- en Lang Ambacht.
Het lange spoor hout, circa 85 meter lang, hield op aan de zijde van de polder Stededijk in westelijke richting. Deze zijde was door de aannemers nog niet in een aflopende oeverzone afgewerkt en zodoende was nog een steile oever van puur rivierzand aanwezig. De huidige nieuwe kilbreedte is dus veel te smal ten opzichte van de oude kilmond, die volgens berekening van de kaarten ± 350 meter moet zijn geweest.
Zoals bekend mag worden verondersteld, is de aanzanding / aanwassen, duidelijk te zien op landkaarten uit de 18de eeuw, ze zijn later toegevoegd aan de polders. Het houtspoor, in juni 2000 inmiddels onder water gekomen, bevatte in de bodem dus een spoor van paalpunten van wilg en vooral (zwarte) els van 5 – 7 jarig hout, versterkt met eiken palen van 8 x 12 tot maximaal 10 x 15 cm dik.

Paalpunten in de Bassekildam. Copyright Cees van der Esch.Ruim een maand eerder, voor het onder water raken van de vele uit de bodem stekende palen hadden er prachtige foto’s van gemaakt kunnen worden volgens de tipgever. Alle scherp aangepunte palen zijn in de zandbodem geslagen om bossen rijshout, meest kruiselings gelegd, vast te houden. In het resterende deel in de oostelijke nieuwe oever kon dit nauwkeurig worden vastgesteld.
Opvallend was het vele gebruik van elzenhout. Waarschijnlijk waren de lange staken aan de kopse kant sterker om in de zandbodem te worden geslagen dan het wilgenhout. Opvallend was ook het gebruik van mest c.q. stro tussen de bossen rijshout, een constructie die in vroegere eeuwen als pakwerk werd aangeduid.
 
De binnenzijde van de dam, die een totale breedte had van 6,50 meter, was bekleed met flinke kleikluiten, de voegen waren opgevuld geraakt

Opvallend was het vele gebruik van mest c.q stro tussen de bossen rijshout, een constructie die in vroege eeuwen als pakwerk werd aangeduid. De binnenzijde van de dam, die een totale breedte had van 6,50 meter, was bekleed met flinke kleikluiten, de voegen waren opgevuld geraakt met zand. Zoals gezegd is de bodem grof zand met kleilaagjes, hoger in het talud had zavel de overhand.

Duidelijk was het verschil in de bodem van de buitenzijde en de binnenzijde; het hoger afgezette zand buiten en de lagere ligging binnen van een zand/zavelige bodem met iets humus. Ongetwijfeld hebben de Dordtenaren de dam laten aansluiten op een nog bewaard gebleven deel van de oude dijk. Door de landmeters steevast aangeduid als “Reliquen van den Ouden Dijck”.

De graafmachines in ruste boven de blootgelegde resten van de Bassekildam.
Copyright Cees van der Esch


In het oorspronkelijke lagere maaiveld aan de binnenzijde bevond zich bovendien een dikke laag brakwaterkokkels (Cerastoderma glaucum) en in mindere mate zoetwaterschelpen, bekend van het hele Eiland van Dordrecht, wat duidt op de korte brakwaterperiode 4) direct na de inbraak van 18 op 19 november 1421 door de berucht Sint Elisabethsvloed!
Met het bewust laten aansluiten op een dijkrelict had Dordrecht kennelijk toch nog in hun achterhoofd om deze noordelijk oude dijk, de ringdijk om de Grote Waard zoveel mogelijk te herstellen. Al was het alleen maar om een zoveel mogelijk gesloten circuit te handhaven voor het eigen belang. Dat had veel voordelen, de rivier zou de vele zandplaten opruimen en het verdronken land zou verder opslibben.
 
De “bekrammingen” verder westwaarts zuidelijk langs de Merwede naar Dordrecht had hetzelfde doel. Ook verder oostwaarts circa 150 á 200 meter, werd bij graafwerk bossen dun rijshout en palen ontdekt, herstel van de oude dijk dus, waar voorheen dat wil zeggen vóór 1421 gewoond en gewerkt werd, getuige een concentratie van vele tientallen scherven, wat dierbotten, leder- en ijzerwerk vanaf de 11de eeuw tot 1421 en mogelijk kon men zich nog wat langer handhaven 5) .

Kaart van Abel de Vries uit 1727. Rechtsboven de twee dammen in de Bassekil.
Links in het midden de bekramming in de Hoogh kille.
Links uit het midden de twee
“Reliquen van den Ouden Dijck”
Copyright kaart Nationaal archief, Den Haag inv. 143 /
4.ZHPB4.

Bijna aan het einde van dit schrijven ging ik toch eens de kopieën en foto’s van oud kaartmateriaal uit het stadsarchief (DiEP) van Dordrecht en het Nationaal Archief in Den Haag, die in mijn bezit zijn, raadplegen. Daarbij bleek dat bij de meeste cartografen uit de 17de eeuw de dam nog niet getekend was. Echter tot mijn verrassing had Abel de Vries in 1727 twee dammen getekend, waarvan de eerstgenoemde noordelijkste dam voor de helft op een zandplaat was gelegd! Ter hoogte van de dam-dijkaansluiting had G. van der Hulst in 1644 de duidelijkste en meest sprekende kaart gemaakt met uiteraard de vermelding: Reliquen van den Ouden Dijck. Een stuk dijklint wat bij Abel de Vries in 1726 weer is verdwenen op twee heuveltjes na.
De enorme zandplaten bij De Vries, die met normaal tij boven water bleven, werden mede mogelijk gemaakt door de vele vissteken in de rivier, waarvan Mattheus van Nispen een kaart vervaardigde met steken waarachter een zandplaat ontwikkelde. Er moest van overheidswege steeds harder worden opgetreden tegen overtreders. Een kaart uit het Nationaal Archief (VTH 1909) van omstreeks 1540 toont 21 steken in en langs de Merwede van de Oude Wiel tot Dordrecht, en het is geen wonder dat het zand er achter enorm ophoopte.
 

Detail van een kaart (anonymus) uit omstreeks 1540. Te zien zijn de vele steken voor de visserij waarachter het zand bezonk en er ter plaatse zandbanken ontstonden.
Uiterst rechts de ruïne van Huis te Merwe, in het midden Craijenstein.
Onder langs de dijk het dorp Sliedrecht.
Copyright kaart Nationaal archief, Den Haag inv. VTH1909


De tweede dam, globaal 75 meter zuidelijker gelegd, had een veel zwakkere constructie van alleen liggend rijshout in de lengterichting van de dam gelegd. Dat wil zeggen, dat het echte dunne rijshout wat in bosjes kruiselings op elkaar was vastgezet bij de eerste dam, hier ontbreekt. Hier zijn overal takken gebruikt van drie en vier jaar, waar naast de wilg ook weer voor een groot deel van de elzen gebruikt is gemaakt. Omdat slechts zo’n 20 meter zichtbaar was en bovendien in het oostelijke oevertalud totaal niets meer aanwezig was, weten we van de verdere constructie naar boven toe ook niets. Ingeslagen palen ontbraken in de zichtbare 20 meter. Dit damfragment was circa 5 meter breed geweest, tegenover 6,50 meter bij de eerste dam.

Wordt vervolgd
Cees van der Esch
Papendrecht, 2010
Dit artikel is de bijgewerkte versie van het originele artikel uit november 2001.
 Het is aangevuld en/of gewijzigd in verband met nieuwe inzichten en/of gegevens.

 

Noten:
4) Deze periode is vrijwel in de gehele Biesbosch in de bodem waarneembaar, ook in de 19e eeuwse schil en de buitenwijken van Dordrecht. Er zijn brakwatersoorten die uiterst zeldzaam of inmiddels in Nederland zijn uitgestroven. Voor de determinatie heb ik als contactpersoon, de kenner bij uitstek Wim Kuijper (faculteit Archeologie Universiteit Leiden) geraadpleegd.
5) Van der Esch, Grondig Bekeken, jaarverslag 2000, mrt. 2001 , pag. 15-16
6) Renting, 1993, pag. 97. Hier wordt een kaart getoond van Bolstra 1739, waarbij over een oppervlak van 4,5 km lang en 2 km breed staat; geamoveerde grienden, dat is van de Bassekil tot de Oude Wiel.


Literatuurlijst
Esch, C. van der, 1985: Westerheem, j.g. 34 nr. 6, pag. 245 - 258.
Jong, D.J. de e.a. 1988: Hardinxveld en de Riviervisserij, pag. 76 - 77.
Renting, G. 1993: Verdronken land, herwonnen land. Gemeentearchief Dordrecht
Koolen, J.L. 1969(?) Dordrecht stad in de ruimte, pag. 137 - 161
Teixeira De Mattos, L.F. 1936: De waterkeeringen, waterschappen en polders van
Zuid-Holland, deel IX, afd. VI, 's-Gravenhage.
 

 

Terug naar inhoudsopgave

Niets uit deze pagina mag worden gepubliceerd zonder toestemming van de auteur(s).
Ongevraagd gebruik van andermans beeldmateriaal is strafbaar.
2010 © Biesbosch.nu