Biesbosch.nu

Magazine herfst 2010

Foto Ab. H. Baas. (copyright de Vlinderstichting).
 

Terug naar inhoudsopgave

Vlindervleugels
Ab H. Baas


Copyright Vlinderstichting - Ab H. Baas.
De prachtige 'herfstkleuren' in de vleugel van een Dagpauwoog.
Foto Ab H. Baas (Copyrights De Vlinderstichting).
 

 

De indeling van de vlindersoorten
De wetenschappelijke verdeling van de vlindersoorten in hoofdgroepen is als volgt. Er zijn grote vlinders, de Macrolepidoptera, en kleine vlinders ook wel motten genaamd, de Microlepidoptera.
Dagvlinders vallen zonder uitzondering onder de Macrolepidoptera. Deze dagvlinders zijn onmiskenbaar te herkennen aan hun voelsprieten die aan het einde altijd een klein knopje of een verdikking hebben.
De overige soorten, nachtvlinders in het spraakgebruik, hebben voelsprieten die geribbeld zijn echter zonder knopje of verdikking aan het einde. Veelal hebben de vrouwtjes gladde tot licht geribbelde voelsprieten en de mannetjes voelsprieten die op kammen lijken.

Copyright Vlinderstichting - Ab H. Baas.

De verdikking of knopje aan het uiteinde van de voelsprieten zijn bij dit Veenblauwtje goed zichtbaar.

 Copyright Vlinderstichting - Ab H. Baas.


De wetenschappelijk naam lepidoptera voor vlinders betekend schubvleugeligen. In tegenstelling tot de vliesvleugeligen zoals vliegen en libellen, zijn de vleugels van vlinders met schubben bedekt. Deze schubben liggen dakpansgewijs op het vleugelopppervlak. Een schub is met een klein pennetje in de vleugelmembraan bevestigd.

De dagvlinders zijn qua voorkomen in te delen in de volgende hoofdgroepen;
Standvlinders die op bepaalde plekken hun biotoop hebben en daar voor zowel het afzetten van hun eitjes de juiste zgn. waardplant hebben en voor voedsel voldoende nectar of andere voedselplanten resp. struiken en bomen kunnen vinden.

Nog een prachtige detailopname van de vleugels van een Atalanta

De juiste waardplanten zijn essentieel als voedsel voor de rupsen die uit de eitjes gaan komen.Bij enkele soorten Blauwtjes is de aanwezigheid van bepaalde mieren essentieel voor hun voortbestaan. De rupsen gaan een symbiose aan met deze mieren en overwinteren in het mierennest om daar te verpoppen.

Bij gunstige omstandigheden kan een populatie, dat is een groep mannetjes en wijfjes, in het leven blijven en weerstand bieden aan de natuurlijke bedreigingen. Soms is een populatie van enkele tientallen voldoende.

Trekvlinders die elk jaar weer in meer of mindere aantallen uit zuidelijk en oostelijk gelegen gebieden naar ons toekomen en meestal voor een Nederlandse generatie zorgen. Met een enkele uitzondering kunnen deze echter niet de winterse koude overleven. Trekvlindersoorten zijn de veelvuldig waarneembare Atalanta en Distelvlinder en de minder voorkomende Gele- en Oranje luzernevlinder.

Zwervers die bij voor hen gunstige omstandigheden bij ons verzeild raken en door het ontbreken van populatiemakkers en/of klimaat of anderszins, zich niet kunnen voortplanten. Er zijn zo'n 20 zwervers bekend over de afgelopen eeuw die soms hier verzeild raken. Het gaat dan slechts om een enkel of enkele exemplaren. De ontmoeting met zo'n vlinder is een uiterst toevallige en zeldzame.

De vlinders zijn ook in te delen in een zeldzaamheidsklasse. Deze loopt van Uiterst Zeldzaam tot Zeer Algemeen. Hetgeen betekent dat soms zeer lang gezocht moet worden om een bepaalde soort te vinden. Soms is een soort die als zeldzaam staat aangemerkt op de vliegplaats zeker niet zeldzaam en kan daar in grote aantallen voorkomen. Vliegplaatsen kunnen soms zeer beperkt zijn en moeilijk te vinden. Zoals bij het gentiaanblauwtje die een populatie kan huisvesten op enkele tientallen Gentianen. Ook worden de soorten ingedeeld naar mate van kwetsbaarheid.

Het voorkomen van vlinders wordt mede beïnvloed door schommelingen in de weersomstandigheden. Natte en zachte winters kunnen bijvoorbeeld een negatieve invloed hebben door een verhoogde kans van schimmels op de poppen of eitjes. Ook de natuurlijke vijanden, zoals sluipwespen die hun eitjes leggen in rupsen, kunnen hun tol vragen. Rupsen zijn een geliefd voedsel voor vogels. Het is dus mogelijk dat het ene jaar een bepaalde vlindersoort in grote aantallen vliegt en in het andere jaar nauwelijks te zien is.

Alleen waarnemingen die zich over meerdere jaren uitstrekken kunnen uitsluitsel geven over de situatie van een vlinderpopulatie.

Wordt vervolgd...


Copyright Vlinderstichting - Ab H. Baas.
 

Niet alleen de bovenkant van vlindervleugels hebben een mooie tekening. Ook de onderzijde mag er zijn, hoewel dan misschien minder spectaculair zoals bij deze Dagpauwoog.
 Foto Ab H. Baas (Copyrights De Vlinderstichting).
 

©Tekst en foto's Ab H. Baas (Copyrights De Vlinderstichting).
Reageer op dit artikel

Terug naar inhoudsopgave

Niets uit deze pagina mag worden gepubliceerd zonder toestemming van de auteur(s).
Ongevraagd gebruik van andermans beeldmateriaal is strafbaar.
2010 © Biesbosch.nu