Biesbosch.nu

Magazine september/oktober 2008

Nieuwe natuur, Polder Hardenhoek. Copyright Henk van de Graaf.
 

Terug naar inhoudsopgave


De vier jaargetijden van de Biesbosch
door de ogen van een Biesboschgek
 

 

Copyright HenkvandeGraaf/www.stockburo.nl

Copyright HenkvandeGraaf/www.stockburo.nl

Copyright HenkvandeGraaf/www.stockburo.nl

Copyright HenkvandeGraaf/www.stockburo.nl


Deel 3
Oeverkriebels
Henk van de Graaf


Zuidplaatje. Copyright Henk van de Graaf.

We vochten er tegen het water.
Eerst bij vloed met opgeworpen zanddammen, later met zware basaltkeien pieren die tot wel tien meter de rivier in liepen.

De basis bestond meestal uit afgedankte betonnen taludstukken die er als oeverbescherming waren gestort. Met aangespoeld wrakhout wrikten we ze naar de dammen.
 

Gelukkig zijn er in een mensenleven dingen die onverwoestbaar lijken. Ze liggen er 35 jaar na dato nog.
Het was niet zozeer het opkomend water wat onze stoere waterkering belaagde; het waren de golven van schepen die door de smalle rivier stoomden. Losse sleepboten hadden de grootste. We vochten ertegen als leeuwen.

Zelden kwam ik, ondanks de kaplaarzen, met droge voeten thuis. Het ging altijd wel ergens mis. Ik zie ze nog staan drogen, ondersteboven op de verwarming.

En zo struinde ik er als jonge jongen rond, elk uurtje dat vrijgemaakt kon worden; op de ruige oevers van de Beneden Merwede.

Daar moet het ook ontstaan zijn, de liefde voor rivieroevers. Want als jong ‘riviermens’ wist ik het al; op de rand van land en water, daar gebeurt het.

Zuidplaatje. Copyright Henk van de Graaf.

De wintermaanden was de tijd van de poelen. Na hoge waterstanden (we konden niet anders dan vanaf de dijk lijdzaam toezien) ontstonden er poelen waarin van alles achterbleef. We zochten er naar bruikbare zaken als lege flessen, jerrycans, wrijfhouten, trossen verloren door schepen en soms een stootwilg.
Wrakhout wat kon dienen als brandhout of als stutwerk voor de dammen stapelden we op om te drogen.

Maar het mooiste van de winterperiode was het extreem lage water. Als er langdurig oostenwind waaide en er weinig bovenwater afkwam, stond de rivier laag, soms extreem laag.

Pijpenkoppen. Copyright Henk van de Graaf.

Zover als we konden gingen we de oever af en altijd vond je er wel een paar: pijpenkoppen.
 
Vroeger rookte men pijp gemaakt van klei. Wij dachten dat schippers ze overboord hadden gegooid,
ze hadden lange stelen en die braken blijkbaar snel, later heb ik begrepen dat ze afkomstig waren van vuilstort van de dorpen die langs de rivier lagen.

Destijds storten die het afval in de rivier of dempte er sloten en havens mee. Na verloop van tijd spoelden ze aan op de strandjes langs de dijk. Ik heb ze bewaard, honderden stelen en tientallen pijpenkoppen, sommige prachtig versierd.

Dat was toen. Tegenwoordig is er niet zoveel meer te beleven aan de oevers van de Beneden Merwede. Bebouwd, beschoeid, ‘gesteenstort’ en ‘gebasalt’ is het benedendeel van de rivier meer kanaal dan rivier geworden.

Maar ze zijn er nog wel. Echte rivieroevers. Eén van de mooiste die ik ken ligt langs de Nieuwe Merwede, aan het Zuidplaatje op het Eiland van Dordrecht.
Een oever zoals de eerste bewoners van de oerdelta ze moet hebben aangetroffen. Hoewel niet helemaal natuurlijk bestaat een deel van de oever uit door wind en water opgeworpen zandrugjes.

Grote wilgen zorgen er met hun wortels voor dat niet alles uitspoelt en geven de oever een intiem en beschermend karakter.

Het strandje ligt aan een rivierkom; een relatief rustig stukje water  beschermd door pieren.
Het loopt stijl op en glinstert van het witte rivierzand en door het wiegen van schelpengruis tinkelt de het water er aan land.

Zuidplaatje. Copyright Henk van de Graaf.

Vroege lentemorgens, als de zon boven de wilgenvloedbossen van de Brabantoever opkomt, zijn er prachtig.
Als de ijle laag mist op een windstille ochtend boven het water van de rivier hangt, als het zonlicht een fascinerend spel speelt met de witte wieven en je er alle kleuren in kan zien, dan besef je dat je niet ver weg hoeft om mooie dingen te beleven.

Ik hoop dat de natuurontwikkelaars van deze tijd, die toch al niet zo nauw kijken, er met hun graafmachines afblijven. En ik hoop dat de huidige projectontwikkelaars en die van de toekomstige generaties de wijsheid en het inzicht hebben om de kracht te zien die uitgaat van een rivier met natuurlijke oevers.
Het zou een uitdaging moeten zijn om op de rand van land en water, natuurlijke oevers te creëren die zowel de rivier als de rivierbewoners recht aandoet,
want als kleine jongen wist ik het al; op de smalle strook tussen land en water, daar gebeurt het.

Henk van de Graaf,
Papendrecht
, mei 2008

Reageer op dit artikel

Tekst en foto´s Henk van de Graaf

 

Terug naar inhoudsopgave

Niets uit deze pagina mag worden gepubliceerd zonder toestemming van de auteur(s).
Ongevraagd gebruik van andermans beeldmateriaal is strafbaar.
2008 © Biesbosch.nu