De 
				eeuwige Vrouwenhemel 
				   
				   
				Hannie Visser-Kieboom  
			
			Veel is er geschreven over de 
			Biesbosch, over zijn griendwerkers, de armoede en het harde leven in 
			die woeste wildernis. Over de slechte behuizing, in de keten waar de 
			ratten talrijker waren dan de bewoners. Maar hoe zat het eigenlijk 
			met de vrouwen die een hele week alleen achterbleven in het dorp met 
			de kinderen, terwijl hun mannen zwoegden in de Biesbosch of als 
			rijswerkers naar elders trokken om aan de dijken te werken.. Het 
			leverde het dorp Werkendam de naam Vrouwenhemel op, het is zelfs 
			terug te vinden op wikipedia. Niet iedereen is gecharmeerd van de 
			naam Vrouwenhemel, sommigen spreken liever van Vrouwendam. 
			
				
					
					  | 
				 
				
					| 
					 Enkele 
					vrouwen voor het winkeltje aan de Hoogstraat in Werkendam. 
					Copyright Uit het boek Meuzziken in Argentinië. 
					  | 
				 
			 
			
			In het Vrije Volk van donderdag 12 
			november 1953 is een artikel terug te vinden over die vrouwen. Juist 
			in 1953 trekken veel mannen het dorp uit om in Zeeland de schade van 
			de watersnood te herstellen. “Het is altijd zo geweest. Toch wennen 
			zij er niet aan, die vrouwen. Als klein meisje zag zo’n vrouw al, 
			hoe haar moeder het koffertje klaar maakte voor haar vader. Later 
			toen zij groot geworden was, hielp zij mee alles gereed te maken 
			voor het vertrek van haar verloofde en nu pakt ze koffers is voor 
			haar man en haar zoons. En dan is het weer uitpakken, de kleren 
			wassen en weer inpakken. Telkens opnieuw”.  Overigens is het 
			opvallend dat in dit krantenartikel wordt gesproken over een 
			koffertje. Mogelijk was dat in 1953 ingeburgerd geraakt, maar in 
			vroeger tijden nam de griend- of rijswerker zijn spullen natuurlijk 
			mee in een kist.  
			
			
			 Één 
			van de vrouwen waarover in het Vrije Volk wordt geschreven is An 
			Ippel-Rijkers (1901-1984). “Het is vooruitzien zegt vrouw Ippel. Er 
			moet ook geld zijn om straks nieuwe kleding te kopen voor de mannen. 
			Laarzen, klompen, oliepak, ondergoed en een goede warme trui”. Toch 
			lijkt ze niet ontevreden, voor de oorlog was een verblijf van zes 
			weken elders niet ongewoon, later werd het drie weken, toen veertien 
			dagen en in 1953 een week. Alleen wanneer het nodig is, blijven ze 
			langer weg. “Vrijdags worden ze meestal thuis verwacht. Het huis is 
			netjes. De vrouwen van Werkendam staan erop dat, als de mannen 
			terugkomen het werk aan kant is. Dus moeten zij tijd hebben om op 
			hun gemak een ‘bakske te doen’. Dan zou het niet prettig zijn om de 
			gehele dag te lopen werken. Dat neemt niet weg dat ze zaterdagmiddag 
			aan het braden zijn. Want dan wordt het spek gebakken dat de mannen 
			in hun koffer meenemen voor de gehele week. Ze zorgen er ook voor 
			dat de mannen iet weg zullen gaan zonder thee, suiker of koffie. 
			Voor het overige eten zorgt de kok in de keet.  
			De vrouw, al heeft ze geen verstand van zinkstukken, ze leeft mee. 
			Ze voelt in zich de energie om mee te vechten tegen de eeuwige 
			vijand van het land, de zee. Ze begrijpt daarom haar man. Ze 
			verstaat zijn moraal en kent zijn ogen, die gewend zijn om naar de 
			golven te kijken. Zij, de vrouw van Werkendam, maakt het mogelijk 
			dat de man telkens weer weg kan gaan en zijn werk kan doen, zoals 
			het moet”.  
			
			
			 Één 
			van de buitenafwerkers uit vroeger tijden was Kees van Oord. 
			“Jarenlang heb ik met plezier bij Van Oord gewerkt. Het was een 
			goeie baas, met Kerst mochten we altijd een week naar huis als we in 
			het buitenland zaten”.  Van Oord, een verre neef van de directeuren 
			van het familiebedrijf,  werkte jarenlang in het baggerwerk. Europa, 
			Afrika, maar ook in Nederland. “Altijd buitenaf, dat was je gewend. 
			We hebben weleens in Wissekerke gezeten en dan reden we iedere avond 
			naar huis. Maar we waren toch liever de hele week van huis, ook de 
			vrouw had dat liever”. 
			
			Veel mannen werken al lang niet meer 
			een hele week ‘buitenaf’ zoals in Werkendam in de volksmond werd 
			gesproken over de griend- en rijswerkers die een week of langer weg 
			bleven voor hun werk. Toch is de naam Vrouwenhemel nog lang niet 
			vergeten. Sterker nog, hij lijkt voor eeuwig verbonden aan het 
			rivierdorp. Zeker sinds het vroegere café van Mooi Maaike de naam 
			‘Vrouwenhemel’ kreeg.
			 
			
			
			Hannie Visser - Kieboom 
			
			
			Reageer op dit artikel 
			
			
				
					
					  | 
					
					 
					Biesbosch.nu in 
					samenwerking met:  | 
					
					  | 
				 
				
					| 
					  De 
					vereniging werkt aan onderzoek en behoud van historisch 
					erfgoed en het bevorderen van belangstelling voor 
					historische onderwerpen. 
					
					
					www.historiewerkendam.nl   | 
				 
			 
			 |