| 
					
						| 
						Natuurontwikkeling 
						trekt interessante soorten- van bouwland naar wetland -
 Jacques van 
						der Neut
 
 |  
					
						| 
						Na 
						de hoge waterstanden van 1993 en 1995 kondigde de 
						Nederlandse overheid de komst aan van de Deltawet Grote 
						Rivieren. In rondom de Biesbosch liggende 
						landbouwpolders werd kleiwinning toegepast in combinatie 
						met natuurontwikkeling. Landbouwpolders veranderden 
						geleidelijk in wetlands met ondiepe oeverzones. Ruim 1000 hectare ‘natte natuur’ kon zo aan de Biesbosch 
						worden toegevoegd.
 |  |  
					
						| 
						Sinds de jaren negentig is slechts één voormalige 
						landbouwpolder (Aakvlaai) in open verbinding gebracht 
						met het omringende rivierwater. De kaden en dijken rond 
						de overige natuurontwikkelingsgebieden zijn nog steeds 
						gesloten. Door samenloop van omstandigheden en 
						gecompliceerde en tijdrovende procedures is het daar na 
						twaalf jaar nog steeds niet van gekomen. Je krijgt wel 
						eens de indruk dat de gevolgde procedure belangrijker is 
						dan het uiteindelijke resultaat. De natuur in die 
						omgevormde gebieden ontwikkelt zich echter. Zo blijkt 
						uit broedvogel- en waterwildtellingen dat de 
						natuurontwikkelingsgebieden bijzonder goed scoren. Niet 
						alleen in aantallen, maar ook in bijzondere soorten.
 
						 |  
				Aansprekende 
				soortenlijstTer illustratie een 
				indrukwekkende, maar volstrekt willekeurige greep uit 2005 en 
				2006: Dodaars, roodhalsfuut, geoorde fuut, krooneend, grote 
				zilverreiger, kleine zilverreiger, purperreiger, ooievaar, 
				zwarte ooievaar, roerdomp, woudaap, lepelaar, zeearend, 
				visarend, rode wouw, zwarte wouw, smelleken, slechtvalk, 
				steltkluut, kleine strandloper, Temminck’s strandloper, bonte 
				strandloper, krombekstrandloper, zilverplevier, kraanvogel, 
				beflijster, klapekster, roodborsttapuit, paap, rouwkwikstaart, 
				Noordse gele kwikstaart, klein waterhoen, buidelmees, roodmus, 
				grote karekiet, visdief, reuzenstern, witwangstern,
                witvleugelstern en zwartkopmeeuw.
 Deze aansprekende soortenlijst 
				(verre van volledig overigens) kon mede dankzij de inzet van een 
				groep enthousiaste vogelaars worden samengesteld.
 De in de 
				Biesbosch verzamelde waarnemingen kunnen via
				
				www.birdingbiesbosch.nl worden geraadpleegd.
 
					
						|  | 
						DynamiekVoor diverse 
						terreinen zoals de Kort en Lang Ambacht en Ruigten 
						bezuiden de Peerenboom staat het openen van de kaden 
						gepland voor eind 2007. Het werk is inmiddels aan een 
						aannemer gegund. Natuurontwikkelingsproject Noordwaard I 
						zal vermoedelijk in 2008 worden afgerond, inclusief het 
						aanbrengen van diverse openingen in de omringende kaden.
 
 |  
					
						| 
						Het huidige kraakheldere 
						water zal na opening troebel worden en sommige 
						broedvogelsoorten zullen aanzienlijk inkrimpen of uit de 
						Biesbosch verdwijnen.Vooral aan de Zuidhollandse kant van de Biesbosch zal de 
						dynamiek echter behoorlijk toenemen net als het areaal 
						aan intergetijdengebied. Aan deze zijde van de Biesbosch 
						is immers nog sprake van een aanzienlijke getijdenslag 
						(ongeveer 70-80 centimeter).
 De aanvoer komt natuurlijk vanuit de Noordzee, via de 
						Nieuwe Waterweg. De geulen in de diverse 
						natuurontwikkelingsgebieden zijn niet gefixeerd met 
						steenstort of zoiets, zij kunnen (en mogen) zich dus 
						gaan verleggen.
 
						Er zullen zich de nodige, 
						landschappelijke veranderingen gaan voordoen. Komen 
						zeebies, mattenbies, bittere veldkers en spindotter? 
						Zullen zich er wilgenvloedbossen gaan ontwikkelen? Eind 
						van dit jaar moet het werk aan de voormalige 
						landbouwpolders in de Sliedrechtse Biesbosch zijn 
						afgerond. Tegen die tijd hoort u meer!
 |  |