Biesbosch.nu

Magazine juli/augustus 2006

 

Terug naar inhoudsopgave

Biezenmatten. Copyright Jacques van der Neut.Biezen pakken
 
De laatste oogst van biezensnijder Frans van Dijk
               
      Jacques van der Neut

Langs de oevers van de Oude Maas pakte Frans van Dijk (1944) uit Puttershoek jaarlijks zijn biezen.
Al meer dan dertig jaar. Niet als ambachtelijke hobby, maar voor de handel.
De laatste jaren draaiden zijn zoons Ron en Willem volop in het biezenbedrijf mee. Maar milieuwetgeving dwong de mannen hun ambacht op te geven. Afscheid van een wereld die draaide om sluiken, wissen, stuiken, mikken en verbroeien.

Met een flinke vaart zoef ik in een polyesterboot over de golven van de Oude Maas, een van de weinige rivieren waar de getijden nog ongestoord hun werking uitoefenen. In een vast ritme vloeit de rivier elke dag, tweemaal van hoog naar laag en laag naar hoog, een verschil overbruggend van ongeveer 1.20 meter. Op de door zoet water overstroomde oevers ontstaat een bodem waar de Scirpus lacustris zich thuis voelt, een telg uit de familie der Cypergrassen die bij ons beter bekend staat als de mattenbies.
De ‘zoete bies’, zoals hij ook wordt genoemd, heeft een soepele structuur en kan tot drie meter hoog worden. Als ik de rivier verlaat en een doolhof van kronkelende kreken tegemoet vaar, wenken ze me als sirenen dichterbij, naar de gorzen waar ze met zovelen zijn. Een uit de groene zee oprijzende aak voorkomt een lange dwaaltocht; het is de volledig door biezen omsloten aak van een der laatste professionele biezensnijders van ons land.

Uitvloeien

Biezenmatten. Copyright Jacques van der Neut.We hebben niet altijd gelegenheid voor een praatje” waarschuwt zoon Ron (1969) direct na het handen schudden. “Als we hier zijn, gaat het eigenlijk maar om één ding. Zo veel mogelijk biezen snijden tot het opkomende tij ons het werken onmogelijk maakt of, totdat we er uitvloeien, zoals we dat noemen.
In de roef van de aak liggen regenpakken, lege flessen, lieslaarzen, bundels touw en gereedschap. Vader Frans pakt een sikkelvormig mes met een houten handvat beet. “Hier snijden we de biezen mee” vertelt hij. “Met een versleten riethaak. Gewoonlijk gebruik je een riethaak, het woord zegt het al, om riet mee te snijden. Op den duur slijt zo’n ding. Voor riet is het mes dan te licht, maar juist weer erg geschikt om biezen mee te snijden”. De mannen schieten hun lieslaarzen aan en stappen het biezengors op, zoals het drassige, buitendijks liggende land in vakjargon heet.

Sluiken en stuiken

Biezenmatten. Copyright Jacques van der Neut.Riethaken zwiepen heen en weer. Bij het snijden omarmen de mannen een zojuist gesneden hoeveelheid biezen (een ‘wis’), waarna ze die vervolgens heen en weer slingeren (‘sluiken’) om eventueel onkruid of korte biezen te verwijderen. Hierbij slaan ze de biezen beurtelings tegen de knieën. Zodra er een wis gesneden is, wordt die op het biezengors in een gaffelvormige stok (‘mik’) gezet. Om de onderkant van een wis gelijk te krijgen, stoten (‘stuiken’) de mannen er een paar keer mee op een stuikbord, een houten bord dat ze speciaal hiervoor meeslepen. Twee wissen vormen samen een bos. “Vroeger maakten we bosjes van één kilo, maar dat was heel bewerkelijk” legt Frans uit terwijl hij zijn zoveelste bos biezen opbindt. “Tegenwoordig maken we pakken of bundels van vijftien kilo. Qua gewicht geven we speciaal voor de stoelenbiezen een kilo toe. Van die vijftien kilo blijft nog maar twee ons over. Biezen drogen enorm uit”.

Koedood

Biezenmatten. Copyright Jacques van der Neut.Een paar dagen later zoek ik de biezensnijders weer op. Niet op het biezengors, maar in de Koedood, een haventje langs de Oude Maas waar zij al jaren hun biezen lossen. Als ik kom aanlopen, liggen de aken van de biezenfamilie al afgemeerd. Met een tractor rijden de broers de inmiddels vol geladen aanhanger naar de biezenwei, een stuk grasland in de omgeving waar de biezen worden gedroogd. Hiertoe worden de bossen vast gemaakt (‘opgezet’) aan de stelling; een stellage van palen met daartussen gespannen draden. Samen met Frans loop ik langs de met touw gebonden bossen. Er staan er duizenden, als soldaten in strak gelid. “Voor het opbinden van een bos, gebruikten we in het verleden van biezen gemaakte banden” vertelt Frans. “Daar ging wel vierhonderd kilo aan op. Tegenwoordig gebruiken we touw, niet alleen om biezen te besparen maar ook omdat het opbinden twee keer zo snel gaat”.

Kuipersbiezen

Biezenmatten. Copyright Jacques van der Neut.Als de biezen droog zijn, volgt de laatste fase. Het sorteren. Een klus die ongeveer drie tot vier maanden in beslag neemt. De fijne biezen gaan naar de stoelenmatter die ze verwerkt in de zittingen. De grovere biezen, vanaf zo’n acht millimeter, gaan weg als ‘kuipersbiezen’ en worden gebruikt bij het afdichten van whisky- en wijnvaten. Een bies die nat wordt, zet namelijk uit en vult zodoende de kieren en spleten. In de loods nemen de mannen de tijd om een ‘bakkie te doen’.
“Jongens, dit was het dan” zegt Frans. Er valt een stilte. “Einde verhaal pa” zegt zoon Ron. “Waarom moet de overheid zonodig die ganzen beschermen? Laat ze ons beschermen!” Frans neemt een slok en zegt “Dat is het hele punt. Er komen steeds meer overzomerende grauwe ganzen op ons gors. De pest is dat die beesten onze biezen opvreten. Maar wij mogen niets tegen de vogels ondernemen. Ze zijn beschermd verklaard. Het is over. We gaan in de bouw werken”. Zijn zoons knikken instemmend. En zo viel het doek een paar jaar geleden voor het laatste, commerciële biezenbedrijf in het benedenrivierengebied.


Tekst en foto's, Jacques van der Neut, boswachter Staatsbosbeheer
 

Terug naar inhoudsopgave

Niets uit deze pagina mag worden gepubliceerd zonder toestemming van de auteur(s).
Ongevraagd gebruik van andermans beeldmateriaal is strafbaar
2006 © Biesbosch.nu