Biesbosch.nu

Magazine mei 2011


 

Terug naar inhoudsopgave

De Donkerslootse Twisten
(440 jaar gesteggel en gekrakeel)
Deel I
Henk van de Graaf

Op 6 mei 2009 was ik voor onderzoek naar oude manuscriptkaarten van de Biesbosch in het archief van de Universiteit van Leiden.
Archivaris Martijn Storms liet me tijdens dit bezoek een door de universiteit aangekochte manuscriptkaart zien.
De prachtige landkaart omvatte grofweg het gebied Dordrecht, Papendrecht, Alblasserdam, kinderdijk, Ridderkerk, IJsselmonde en Krimpen aan de Lek.
Henk van de Graaf bij de Leidse kaart. Copyright Geert Ouweneel.

Henk van de Graaf bij de Leidse kaart.
Foto Geert Ouweneel.

Martijn vroeg mij of ik wat meer kon vertellen over de plaatsen die op de kaart waren weergegeven en of ik misschien wist waarom deze kaart getekend was.
Deze op zichzelf eenvoudige vragen zouden uiteindelijk uitmonden in een tweeënhalf jaar durend, diepgravend onderzoek naar deze oude, laatmiddeleeuwse manuscriptkaart.

Inmiddels zijn er een aantal opzienbarende ontdekkingen gedaan en hoewel het onderzoek nog in volle gang is wil ik u, via deze serie, graag meenemen in de wondere wereld van het historisch onderzoek en u een inkijkje geven in de voorlopige conclusies ervan.

Henk van de Graaf

De Donkerslootse twisten (1)
(440 jaar gesteggel en gekrakeel)

Deel 1 (De wereld van de kaart)

Henk van de Graaf

Inleiding
Begin 2008 werd aan Geert Ouweneel van de Historische Vereniging West-Alblasserwaard door een antiquariaat uit Haarlem een email gestuurd met daarin een aantal vragen over een oude manuscriptkaart van een deel van het Benedenrivierengebied. De kaart was in consignatie aan het antiquariaat gegeven door een bevriende antiquair. Geert legde direct de link met een andere manuscriptkaart in het archief van Gorinchem. Hij had al eerder onderzoek gedaan naar deze kaart en transcripties gemaakt van een aantal bijbehorende processtukken. De processen hadden zich afgespeeld in de periode 1545 - 1579 tussen de ambachtsheer van Alblasserdam en de Hoge Heemraden van de Alblasserwaard.

 
De kaart werd door het Haarlemse antiquariaat aan diverse partijen te koop aangeboden waaronder de universiteitsbibliotheek van Leiden. Deze bibliotheek beschikte al over een groot aantal manuscriptkaarten van het beneden rivierengebied uit de Bodel Nijenhuis collectie en de kaart zou een waardevolle aanvulling zijn op deze collectie. Ze besloten dan ook de kaart aan te kopen en na een grondige schoonmaak en restauratie in de collectie op te nemen.


Op woensdag 6 mei 2009 was ik, in mijn hoedanigheid als hoofdredacteur van het Biesbosch.nu Magazine, in de universiteit om een aantal ‘Biesbosch’ kaarten te bekijken uit de genoemde collectie van Bodel Nijenhuis. Ik had tevens een afspraak met conservator Martijn Storms van de afdeling Bijzondere collecties. Tijdens het gesprek liet Martijn mij de aangekochte kaart zien met de vraag; ‘dit is toch jouw gebied, weet jij hier iets meer over te vertellen?’
Deze op zich eenvoudige vraag zou uiteindelijk resulteren in een grootschalig (en naar later bleek complex) onderzoek naar de kaart en zijn oorsprong. Aan het onderzoek is in alle stilte, twee jaar intensief gewerkt. Met de universiteit was afgesproken dat er tot aan de afronding van het onderzoek weinig ruchtbaarheid aan de kaart zou worden gegeven. Gaandeweg het onderzoek werd definitief duidelijk dat het om een zeer bijzondere uitvoering van een proceskaart ging die inderdaad gekoppeld kon worden aan de processtukken waarvoor ook de kaart uit het Gorkums archief was gemaakt. Hoewel het onderzoek nog steeds loopt is er inmiddels voldoende duidelijk om een eerste publicatie te laten verschijnen en iedereen te laten genieten van dit prachtige kaartmateriaal en zijn bijzondere verhaal.

Het waarom van de kaart(en)
Beide manuscriptkaarten hebben te maken met een proces gevoerd voor het Hof van Holland (1545 – 1549). De ambachtsheer van Alblasserdam Godschalk van Outheusden eist hierin zijn rechten op tot het heffen van boetes en vergoedingen voor het (illegaal) aardhalen uit polder voor-Donkersloot. De tegenpartij zijn de Hoge heemraden van de Alblasserwaard. In 1549 stelt het hof de ambachtsheer voor het grootste deel in het gelijk.

Het Hoogheemraadschap laat het hier niet bij zitten en gaat ten rade bij het hoogste rechtsorgaan in die tijd; de Grote raad van Mechelen. Hier volgt een beroep op de uitspraak van het Hof van Holland (1549 – 1579). Voor dit proces brengen Claes van Outheusden en Arent Coebel namens de erfgenamen nieuwe feiten naar voren in de hoop wederom een gunstige uitspraak te krijgen in de zaak tegen het heemraadschap. Vertraagd door de Tachtigjarige Oorlog zou de hele procedure een langslepend en moeilijk proces blijken, maar uiteindelijk wijst de Raad in 1579 toch vonnis waarbij ze de eerdere uitspraak van het Hof van Holland bevestigd en de ambachtsheren in het gelijk stelt.

Ter verduidelijking van de complexe situatie ter plaatse is er in opdracht van de dijkheemraden van de Alblasserwaard een landkaart gemaakt. Deze kaart wordt genoemd in het een bijzonder verbaal van 15 oktober 1545 behoorde bij het genoemde proces van 1545 - 1547 voor het Hof van Holland waarin een aantal notabelen een visuele inspectie uitvoeren in het gebied. Deze beschrijving levert unieke informatie op en met de manuscriptkaart in de hand kunnen we bijna letterlijk de tocht door het landschap van 1545 maken. Deze kaart ligt in het archief van Gorinchem en zullen we in dit artikel voor het gemak de Gorkumse (Donkersloot)kaart noemen (zie afb. 1).

Gorkumse Donkerslootkaart. Copyright Archief Gorkum.


Afb. 1 De ‘Gorkumse Donkerslootkaart’, gemeentearchief Gorinchem, Hoogheemraadschap
Alblasserwaard en Arkel beneden de Zouwe, inv. nr. 92.

Zoals zal blijken is er nog een tweede (de in 2008 door de UB Leiden aangekochte) manuscriptkaart voor dit proces gemaakt (zie afbeelding 2). Hoewel deze tweede kaart niet expliciet in het proces wordt genoemd kunnen we hem via de teksten op de kaart toch rechtstreeks aan het verbaal van 1545 koppelen. Tijdens de inspectie langs de dijken ontstond er tussen de inspecteurs onenigheid over de ligging en/of benaming van de ‘polder in questie’. Opmerkingen van gelijke strekking staan in zowel het verbaal als in de Leidse manuscriptkaart onmiskenbaar opgetekend.

Een tweede indicatie is de tekst bij kasteel Souburg (links uit het midden, onderaan de kaart). De tekst is zeer slecht leesbaar maar er staat waarschijnlijk ‘soburgh es thuys daer [outhu] esden [woent]’. De eerste Outheusden die het ambacht in handen kreeg was Jan van Outheusden in 1533. Daarna kwam het (tot 1548) in handen van Godschalck van Outheusden Jansz. en Wouter van Outheusden. Hierna nam Cleas van Outheusden het over tot 1563. Hoewel de tekst in de kaart geen absolute zekerheid geeft om welke van de Outheusden het hier gaat is het zeer waarschijnlijk Gotschalck geweest die het huis op Souburgh bewoonde ten tijde van het proces. Zowel de Leidse,- als de Gorkumse kunnen we op basis van deze argumenten dateren op 1545.


Afb. 2 De Leidse Donkerslootkaart. Universiteit Leiden, COLLBN Port 051-26-001

Verantwoording
In het archief van Rotterdam liggen een groot aantal processtukken uit het archief van de Eigenaren polder voor-Donkersloot en Woude
[1]. Hierin zijn een groot deel van de processtukken (in zowel origineel als kopieën) bewaar gebleven. Deze zijn uitgebreid geïndexeerd en geïnventariseerd. Een eerste inventarisatie met betrekking tot beide kaarten in het archief in Rotterdam heeft inmiddels plaatsgevonden en heeft enerzijds een aantal opzienbarende zaken aan het licht gebracht, maar anderzijds ook veel vragen opgeroepen.

Ook in het heemraadarchief in Gorinchem liggen stukken van dit proces[2]. Een aantal van deze processtukken zijn inmiddels getranscribeerd. In Brussel tenslotte liggen de stukken van de Grote Raad van Mechelen[3].

Ik zal me in dit eerste artikel voor wat de hoofdrolspelers en de gevoerde processen over Donkersloot beperken tot de hoofdlijnen en me vooral richten op de weergegeven gebieden, hun geschiedenis en de problemen die een reconstructie van het landschap 450 jaar na dato geeft. Het artikel is zeker niet volledig omdat er over zowel het proces, de hoofdrolspelers en de op de kaarten afgebeelde gebieden nog veel interessants te vertellen (en zeker nog te onderzoeken) is. Aan opvolgende publicaties naar de gevoerde processen en zijn hoofdrolspelers wordt momenteel gewerkt.

Eén van de processtukken uit het Rotterdams archief. Copyright Henk van de Graaf.

Eén van de processtukken uit het Rotterdams
archief. Foto Henk van de Graaf.

Ook wordt er via aanvullend (geologisch, historisch en archeologisch) onderzoek getracht antwoorden te geven op de soms complexe landschappelijke situatie ter plaatse.

Hoewel de kaarten zijn gemaakt voor het ‘Donkerslootproces’ geldt voor beide dat ze een overzicht geven van het zuidwestelijk deel van de Alblasserwaard en zelfs een deel van de Riederwaard. We zullen ons dan ook niet beperken tot Donkersloot alleen, maar de getoonde gebieden en objecten op basis van het lopende onderzoek en de daaruit tot nu toe verkregen inzichten bespreken.

De voorgeschiedenis van het gebied
In het jaar 1374 spreekt de Tielse kroniek
[4]over een “tot Pasen durende hoge waterstanden, in Duitsland ontstaan als gevolg van voortdurende zware sneeuwval en grote hoeveelheden smeltwater” en verder “in polder Ryederweer in Holland heeft de overstroming dorpen en kerken verwoest”.
De Tielse kroniek spreekt over veel wateroverlast vanuit zee in oktober 1375 en 1376 en over hoog opperwater in de rivieren. Voor wat betreft het jaar 1376 heeft het wateroverlast mogelijk te maken met de nog niet herstelde schade aan de dijken van de vorige jaren waardoor het water gemakkelijk het land opnieuw overstroomd.
Deze roerige periode is verantwoordelijk voor het begin van een geheel nieuwe waterstaatskundige situatie ter plaatse
[5]. De rivier de Merwede verlegd ter hoogte van het ambacht Ridderkerk en het ambacht Donkersloot geleidelijk zijn hoofdstroom en zet daarmee een proces in gang waardoor de Alblasserwaard uiteindelijk een flink stuk van zijn zuidwestelijke punt verliest.

Steggel en krakeel
Het gebied gaat niet ineens verloren. Het deels verspoelde ambacht wordt waarschijnlijk langzamerhand verlaten en ‘drijft’ na nog een dramatische overstroming in 1413 inmiddels in  het midden van de rivier de Merwede. In de volgende decennia claimen steeds meer partijen stukken van de polder wat uiteindelijk uitmond het in de processen van 1545 - 1579.
Eerst spelen er zich een aantal rechtszaken af voor de vierschaar (rechtbank) van Dordrecht, vervolgens gaat men in beroep bij het Hof van Holland en uiteindelijk komt men bij de Grote raad van Mechelen uit; het hoogste rechtsorgaan in die tijd.
Uiteindelijk zou over een periode van meer den 440 jaar in verschillende processen gesteggeld en gekrakeeld worden om het bezit en gebruik van Polder Donkersloot. Het geruzie zou pas eindigen in 1814 toen de polder definitie aan Ridderkerk werd toegewezen.

De polder in kwestie
Donkersloot is nu de naam van een industriegebied gelegen aan wat tegenwoordig de rivier de Noord heet. In vroegere tijden werd deze rivier, gelegen in het dynamische estuarium van de Hollandse delta, de Merwede genoemd.
Donkersloot ligt grofweg tussen de Oostendam, de oude kerk van Ridderkerk en het dorp Slikkerveer op de zuidoever van de rivier de Noord. Aan de andere zijde van de rivier, op de noordoever liggen de dorpen Alblasserdam en Kinderdijk. Deze lintdorpen liggen langs een in vroegere tijden berucht stuk dijk aan het westeinde van de Alblasserwaard. Het gebied zou je, oneerbiedig gesproken, het afvoerputje van de Alblasserwaard kunnen noemen omdat veel van het water uit deze grote polder via het gemaal bij het Elshout (aan de lekdijk in Nieuw-Lekkerland) de polder verlaat richting zee. Dit dijkdeel heeft, zoals zal blijken in de loop der eeuwen nogal wat te verduren gehad.

Polder Donkersloot is van origine eigenlijk een stukje Alblasserwaards grondgebied. Een, in eerste instantie onbeduidend lijkend en buitendijks gelegen gebiedje maar wat, bij nadere studie model kan staan voor de grilligheid van het dynamische estuarium en de strijd van de bewoners tegen het water tijdens de ontginningsperiode van de Hollandse delta. Een gebied waarin de onstuitbare drang van de mens om invloed op zijn omgeving uit te oefenen volledig is uitgebuit en waar (met wisselend succes) de strijd tegen de elementen in al zijn hevigheid is uitgevochten.

In zijn vroege ontginningsperiode (13de en 14de eeuw) leek Donkersloot uit te groeien tot een potentieel waardevol ambacht, maar na een aantal dramatische ontwikkelingen zou ze verworden tot niets meer dan een drijvende zandplaat. Een plaat met overigens niet minder potentieel economisch waarde voor de ambachtsheer vanwege de pachtinkomsten van rietsnijders, vissers, eendenkooikers en vooral voor het delven van het ‘bruine goud’ van die tijd; aarde (klei). Aardhaling werd veelvuldig toegepast voor het aanleggen van dijken en kades of herstel ervan na dijkdoorbraken. Het heemraadschap wees in overleg met de verschillende ambachtsheren in de Alblasserwaard gebieden aan waar de dorpen mochten aardhalen. Zij konden hieruit aarde halen om de dijkvak waarvoor zij verantwoordelijk waren te onderhouden. Met de betreffende ambachtsheer werden hierover financiële afspraken  gemaakt. In de zuidwesthoek van de Alblasserwaard waren de buitendijks gelegen gebieden Polder Nieuwland en Polder Donkersloot dé plekken waar men kleigrond van goede kwaliteit kon winnen. Mede hierdoor zou er 440 jaar lang, onder veel gesteggel en gekrakeel strijd worden gevoerd over de polder in kwestie; polder voor-Donkersloot.

Pas na verzanding van de oude loop van de Merwede zou Donkersloot zijn vroege aspiraties waarmaken en in de loop van de 19de eeuw van een traditionele landbouwpolder omgevormd worden tot een modern industriegebied.

Hoe is dit gebied verloren gegaan en wat ging eraan vooraf? We beginnen bij de pioniers die het gebied bevolkten en verantwoordelijk waren voor de eerste ontginningen in het grillige veen/moerasgebied van de Hollandse delta.

Henk van de Graaf

De volgende keer deel twee in deze serie 'De reconstructie van een verloren landschap'.


Noten

[1] Gemeentearchief Rotterdam, toegang 366, Eigenaren Polder Voor-Donkersloot en Woude.
[2] Regionaal archief Gorinchem, Hoogheemraadschap Alblasserdam en Arkel beneden de Zouwe.
[3] De Grote raad van Mechelen was in de Bourgondische tijd een soort hof van Europa. Het hoogste orgaan waar men nog terecht kon om zijn recht te halen als de lokale rechtenbanken en/of  het Hof van Holland een voor de eiser ongunstige uitspraak hadden.
[4] Tielse kroniek, een geschiedenis van de Lage Landen van de Volksverhuizingen tot het midden van de vijftiende eeuw met een vervolg over de jaren 1552 – 1566 / ingel. en vert. [uit het Latijn] door Jan Kuys… - Amsterdam: Verloren, ISBN 90-6550-004-9
[5]
Buisman deel 2, blz. 244; anno 1372 ‘De Riederwaard was de streek die nu het noordoostelijke deel van IJsselmonde vormt, bij de plaats Ridderkerk. Deze waard wordt in 1375 opnieuw getroffen en dat blijkt de genadeslag te zijn. Herstel is lange tijd niet meer mogelijk. De Tielse kroniek vermeldt twee afzonderlijke overstromingen, namelijk 1372 en 1375’. Blz. 245, winter 1372 ‘In het benedenrivierengebied is het deze winter zelfs tot serieuze dijkbreuken gekomen’ […] ‘en in de Riederwaard, die ook in de vorige winter al schade had opgelopen’. Mogelijk heeft ook de Alblasserwaard schade geleden’ Blz. 265 winter 1375 ‘De Riederwaard, waar  men nog met het herstel bezig is gaat bij deze vloed met de nederzettingen Ridderkerk, Pendrecht, Donkersloot en Rhoon verloren’ […] ‘Door de ondergang van de Riederwaard  wordt voortaan zelfs de stad Dordrecht door het water bedreigd’. Citaten uit Duizend jaar weer, wind en water in de Lage Landen, J. Buisman, deel 2 1300 – 1450, ISBN 90-5194-141-2.


 

 

Terug naar inhoudsopgave

Niets uit deze pagina mag worden gepubliceerd zonder toestemming van de auteur(s).
Ongevraagd gebruik van andermans beeldmateriaal is strafbaar.
2011 © Biesbosch.nu