Biesbosch.nu

Magazine februari 2014



 

Terug naar inhoudsopgave

 

Column
Een Waard met een eigen aard
(op weg naar een rijker Alblasserwaard leven) 

Henk van de Graaf
 

Inleiding
Deze column is in het voorjaar 2013 geplaatst in het Papendrecht Magazine en is gebaseerd op een essay wat in oktober 2013 verzonden is aan lokale politici, media en maatschappelijke organisaties binnen de Drechtsteden en de Alblasserwaard. Waarom dan ook deze column in het Biesbosch.nu Magazine? Omdat ik denk dat wat voor de Alblasserwaard geldt, ook voor andere Waarden (polders) in de Zuid-Hollandse Delta en rond de Biesbosch zou kunnen gelden.
Onderaan deze column kunt u het volledige stuk downloaden.

Maker waarschijnlijk P. Kleijn 1747. Bron collectie-Hingman 4.VTHR nr. 4668

Het is mijn inmiddels duidelijk, het woord Drechtsteden komt alleen ter sprake als het zo uitkomt. Een containerbegrip waarbinnen heel veel plannen lijken te passen maar waar nooit iemand enthousiast van wordt. Dat kan ook niet omdat het woord Drechtsteden op dit moment niet meer inhoud dan een samenvoeging van een aantal ambtelijke taken, uitgevoerd door een snel uitdijend bestand aan ambtenaren, ondergebracht in een groot, lelijk Dordts kantoorgebouw.
Drechtsteden staat ook voor; een concentratie van macht met een ondemocratisch gekozen Drechtraad, bestuurd en aangevoerd door een Dordtse bestuurder die, gestoeld op historische gronden er altijd een eigenzinnige eilandvisie op na houdt.

Tot het jaar 1421/24 had Dordrecht een eigen ‘moestuin’ tot zijn beschikking; De Grootte of Zuid-Hollandse Waard. Toen deze waard tijdens de St. Elisabethsvloeden ten onder ging richten de Dordtse bestuurders hun blik op de Alblasserwaard en de Zwijndrechtse waard. Inmiddels heeft Dordrecht wederom haar begerige blik op de haar omringende polders (lees dorpen) laten vallen. Dit keer echter niet voor voedsel en grondstoffen maar voor bestuurlijke macht en haar eigen politiek/economische belangen. Dient zij daarmee ook de belangen van de Ablasser- en Zwijndrechtse waard? En wat zijn eigenlijk die belangen voor deze polders en haar dorpen?

Minister Plasterk van binnenlandse zaken (PVDA) heeft het plan opgevat gemeenten te laten fuseren tot tenminste 100.000 inwoners. Dat aantal is overigens niet maatgevend; ‘als er een creatief plan ligt kunnen we dat bezien’ aldus de minister. En zo kom ik op een alternatief plan, een plan waarbij de dorpen van de Alblasserwaard alles wat ze in huis hebben bundelen tot een, op historische gronden gebaseerde samenwerking waarbij het unieke karakter van deze eeuwenoude polder met zijn dorpen, inwoners en gecultiveerd natuurschoon in het volle licht komen te staan.

De huidige bevolkingsomvang van de Alblasserwaard is ± 170.000 mensen. Daar kun je, om met Plasterk te spreken, met wat creativiteit twee bestuurseenheden van maken. Eén onder Alblasserdam, Papendrecht of Sliedrecht (mij om het even) en één onder Gorinchem.
En waarom zouden we niet? Waarom zoeken we elkaar in de Alblasserwaard niet op? Waarom gaan we de onderlinge (historische) banden niet versterken en als een eenheid samenwerken? We hebben gezamenlijk veel gemeen. Waarom niet samen optrekken met Oud-Alblas, dat kleine pareltje in ons hart, Wijngaarden, het vroegere schurkenvrijstaatje, Molenaarsgraaf en Bleskensgraaf aan één van de mooiste veenriviertjes van ons land, Kinderdijk met zijn werelderfgoed en Sliedrecht waar we de liefde voor de riviervisserij, griendcultuur en baggerindustrie mee delen.

We hebben een groot gezamenlijk goed en vanaf de veenontginningen een meer dan 1000 jaar oude en rijke cultuur opgebouwd. Niet een stadse maar één vanuit agrarische verbondenheid, niet met een VOC mentaliteit maar met een ‘Luctor et emergo’ mentaliteit. Want worstelen en bovenkomen hebben wij uitgevonden in de Alblasserwaard. Of het nu ging om het langdurig onder water staan van de polder met verlies van huis, haard en have of steeds terugkerende veeziekten, misoogsten, krijgsgeweld of epidemieën, altijd zagen de Alblasserwaarders er weer gat in en herdijkte en herbouwde het verloren gegane.

Als we de voldoende keizers en lokale politici van de Alblasserwaardse dorpen zover kunnen krijgen, de ambtelijke taken, economische belangen, cultureel/historische en toeristische krachten bundelen voorspel ik u in alle opzichten een rijker leven dan onder het ‘machtsmoloch’ van de Drechtsteden.
Lokale politieke partijen kunnen voor wat mij betreft garen spinnen bij een dergelijk standpunt. Een ruime meerderheid van de Alblasserwaardse inwoners zou hier wel eens gat in kunnen zien. De discussie over de eigen identiteit die in verschillende dorpen wordt gevoerd lijkt dit te bevestigen.

En Dordrecht? Vanuit een gezamenlijke Alblasserwaard ontstaat er tegenover Dordrecht een veel gezondere situatie als serieuze gesprekspartner en vertegenwoordiger van 170.000 inwoners dan er nu uitgaat van een door stadse en Dordtse gedomineerde Drechtraad. Samenwerken hoeft daarmee niet van de baan te zijn. In deze tijd van effectiviteit en efficiëntie kunnen we elkaar best wel vinden.

Rest mij als Papendrechter nog één ding; sommige landelijke politici zeggen dat ik me een Europeaan moet voelen, dat zal, maar ik houd het liever klein en dicht bij mezelf. Ik voel me, als geboren Papendrechter geen Sliedrechter of Alblasserdammer, laat staan een Ottolander of een Nieuwpoorter, maar heb vanuit historische gronden wel meer op met hen dan met een Dordtenaar. Ik ben en voel me, naast Papendrechter dan ook meer een Alblasserwaarder.

Download hier het volledige essay (pdf).

Henk van de Graaf
Papendrecht, februari 2014

Reageer op dit artikel
Tekst en foto
© Henk van de Graaf

Terug naar inhoudsopgave

Niets uit deze pagina mag worden gepubliceerd zonder toestemming van de auteur(s).
Ongevraagd gebruik van andermans beeldmateriaal is strafbaar.
2014 © Biesbosch.nu