Biesbosch.nu

Magazine februari 2014


 

Terug naar inhoudsopgave


Helinium
Maas, Rijn en Striene-estuarium,
de bakermat van Holland

 

 


Deel 1
Van oer-Schelde tot Homo technicus
Ies Zonneveld
(Emeritus hoogleraar vegetatiekunde en landecologie)


Ies Zonneveld. Copyright Henk van de Graaf

Inleiding
Zijn bijnaam in Biesbosch kringen is 'Ies van de Bies'.
Inmiddels een geuzennaam voor de man die al meer dan een halve eeuw actief is in de plantkunde. Zijn populairste onderzoeksgebied; het Hollandse estuarium als geheel en die van de Biesbosch in het bijzonder.

Ies publiceerde in tijdschriften en schreef boeken die een belangrijke bijdrage zouden leveren aan het kennisniveau over zoetwatergetijdengebieden.
 

Voor het Biesbosch.nu Magazine schreef Ies de serie 'De geschiedenis van een estuarium' die liep van mei 2007 tot juli 2008 (zie archief). In 2013 schreef hij een vervolg* waarin hij nogmaals pleit voor een nieuwe ecologische benadering van het estuarium als aaneengesloten gebied.
In deze nieuwe reeks neemt Ies u mee terug naar de Middeleeuwen en vandaar uit naar de moderne tijd en leert ons lessen over het beheer van het unieke zoetwatergetijdengebied.

Van oer-Schelde tot Homo technicus (deel 1)

Inleiding
Ver voor onze jaartelling heeft de natuur het gebied van de estuaria van Rijn, Maas en Schelde gevormd en zo de bakermat van Holland geschapen. Later heeft de mens invloed uitgeoefend en daarbij successen behaald en ook fouten gemaakt. Kan door oerhollandse ervaring en nieuwe kennis op bepaalde, nog nooit bedijkte of te ontpolderen plaatsen een goed herstel van het oorspronkelijk proces van landgroei gemaakt worden? Kan dit daarna ook als exportproduct te gelde gemaakt kan worden? Een terug- en vooruitblik.

Kaart van het Helinium-gebied. Donkerblauw thans ligt buitendijks. Dit hele buitendijkse gebied zou in het te beschermen gebied kunnen en moeten worden opgenomen.
Bron: vakblad natuur bos en landschap.

 

De IJstijd
De natie Holland kwam tot ontwikkeling in het mondingsgebied van Maas, Rijn en Striene (= oer Schelde). In een dergelijk gebied kan de rivier zich splitsen in enkele armen - internationaal estuaria genoemd, bij ons zeegaten - en meer rivieropwaarts, benedenrivieren. Ze worden gekenmerkt door een tweedaagse getijgolf vanuit zee die rivieropwaarts uitdooft tegen het rivierverhang.
Men kan drie zones onderscheiden al naar het zoutgehalte van het water en de daarmee correlerende begroeiing en bodem. Een zoutgedeelte dicht bij zee, een brakgedeelte stroomopwaarts, verderop een zoetgedeelte waar de getijgolf zich voortzet in het zoete water.
Dit zoete deel van het estuarium, de wateren, oevers en opwassen, met onder natuurlijke omstandigheden een specifieke zoetwatergetijden-vegetatie met biezen, riet, ruigten en vloedbossen op klei- en klei-op-veengronden, is de bakermat van Holland. Die bakermat werd dus niet door de Hollanders zelf geschapen, zoals het hovaardige sprookje vertelt. Nee, het waren de rivier, het getij en de rijzende zee geregisseerd door het klimaat.

 

Auteurs impressie, olieverf. Copyright Ies zonneveld.

Het natuurlijke zoetwatergetijdenlandschap met biezen, ruigtes, rietgorzen en vloedbossen, gezien in ganzenvlucht. Auteurs impressie, olieverf.

 
Na de laatste ijstijd (circa 10.000 jaar geleden) begon de Noordzee zich van uit het zich vormende nauw van Calais uit te breiden over de glooiende schrale zandige vlakte tussen onze streken en het latere Engeland. Ze bereikte zes à zeven millennia geleden het gebied waar nu nog ongeveer de kustlijn ligt en werd daar geblokkeerd door het via rivier en getijstromen aangevoerd en afgezet zand en slib. Deze postglaciale zeespiegelrijzing door afsmelting van het landijs als gevolg van de opwarming van de aarde, de oorzaak van die oostwaartse beweging, ging sindsdien alleen in verticale richting door. Eerst vrij snel, later langzamer, pas de laatste tientallen jaren weer wat vlugger. Die stijging werd bijgehouden door de afzettingen uit Maas, Rijn en Striene, omringd door veen dat binnen de beschutting van o.a. strand- en oeverwallen tegen zout water, ook met de zeespiegel mee omhoog groeide en nu omstreeks Dordrecht circa 12 meter dik is. Zo werd de Hollandse laagveenbodem gevormd door en in dynamisch evenwicht met de rijzende zee.

 

Geniale uitvinding
Dit gebied werd in de Jonge Steentijd (circa 7.500 tot 4.000 jaren geleden, toen in Oost-Nederland de Hunebedbouwers actief waren) gebruikt door toenmalige jagers en vissers: ‘Vlaardingencultuur’ de oerbewoners van de Hollandse habitat. Ze werden in de ijzertijd gevolgd door lieden, die een eeuw voor de komst van de Romeinen de voor de Lage Landen belangrijkste technische uitvinding aller tijden deden: DE KLEPDUIKER, die van af toen de ontwikkeling en bijna de ondergang van Holland zal bepalen. Het is een holle boomstam (tegenwoordig een plastic of ijzeren buis of houten planken in de vorm van een langwerpige kist, kan ook betonnen constructie zijn) in een dam of kade met een klep aan de buitenkant die door de opkomende vloed wordt dicht gedrukt, maar bij eb meegeeft en zo bij laag water drainage mogelijk maakt; de basis dus van de landbouw in de lage landen, de sleutel van de Hollandse beschaving.

 

Schetsmatig weergave van de werking van een klepduiker.
Copyright vakblad bos natuur en landschap.

 

Achter die klepduikers ontstonden akkers en weilanden die geleidelijk uitbreidden. Ongeveer een eeuw later brachten de Romeinen de Pax Romana (periode van rust, vrede en welvaart als gevolg van het Romeinse bestuur over een groot deel van Europa) en nam de bevolking toe, profiterend van de karakteristieke eigenschappen van het zoetwatergetijden habitat. Dat zijn de vruchtbare (niet zilte) gronden, die met klepduikers efficiënt tweemaal daags gedraineerd konden worden, zodat getijdenmoeras omgevormd kon worden tot akkers en weiden. Zo breidde de landbouw zich de eerste eeuwen na deze geniale uitvinding gestadig uit.
De invloed op het al meer dan vijf millennia bestaande dynamische evenwicht in het land langs de rijzende zee is echter desastreus. Bij eb droogt de grond uit en klinkt door bodemrijping in.
De dam of kade waar de duiker in ligt, verhindert of vertraagt opslibbing. De inklinking, niet gecompenseerd door sedimentatie, betekent permanente verlaging van het maaiveld wat het risico van overstromingsrampen bij stormvloedhoogwater verhoogt.
Het schaarse nieuws uit de na-Romeinse, duistere eeuwen (circa 300 tot 800) spreekt slechts over zulke rampen en wegtrekkende bewoners. Ruim voor die tijd bezocht de Romeinse schrijver, Plinius, ons estuariumland. Kennelijk geïnspireerd door een vlammende zonsondergang over de Noordzee noemde hij, met heimwee naar zijn zonnige zuiden, dit land Helinium, naar het Griekse Helios, zon.

Verstoord evenwicht
Leven en dood in een eeuwig ritme. Copyright Henk van de Graaf.
Tegen het einde van het eerste millennium na Christus klaarden de duistere toestanden in Europa en ons getijdengebied weer wat op. Via de goed bevaarbare rivieren en het tot hier reikende Romeinse wegennet ontstonden meer contacten met de toen bekende wereld. Rond het jaar duizend regeerden de eerste Hollandse graven vanuit versterkte nederzettingen die tot steden werden, zoals Geervliet, Vlaardingen, Dordrecht en veel later ook Rotterdam (op een via een grote horizontale klepduiker gedraineerd, bekaad gebied langs de afgedamde getijdenkreek de Rotte). Deze steden eigenden zich het stapelrecht toe dat kooplieden verplichtte bepaalde waren ter plaatse uit- of over te laden en daar gedurende bepaalde tijd te koop aan te bieden. Later werd dit gewoon een belasting op doorvoer. Deze steden breidden de bedijkingen uit (o.a. “Grote of Zuid-Hollandse Waard”), werden welvarend en verwierven politieke achting in Europa.

 

Zo werd Graaf Willem II rond 1250 gekozen tot “Roomskoning” (Romanum Rex), maar hij is door voortijdig overlijden helaas nooit gekroond tot Keizer van het middendeel van Karel de Grote’s imperium. Het waren de hoogtijdagen van de zoetwatergetijdennatie Holland. Ironisch genoeg echter luidden ze tevens het begin van het einde in als gevolg van het verstoorde dynamisch evenwicht tussen de zee en het getijdenland. Overstromingen van bedijkt land namen hand over hand toe en het lijkt zeer waarschijnlijk dat de vermelde negatieve invloed van drainage op het dynamische landgroei evenwicht een belangrijke rol moet hebben gespeeld. Rond 1424 ging zo ook de Grote- of Zuid-Hollandse Waard ten onder. In getijdengebieden trekken grote watervakken (zoals de na de inpoldering door drainage diep ingeklonken veenkommen), bij vloed massa’s water aan en lozen navenant veel water bij eb. Dat veroorzaakt intensieve stromen met bijbehorende erosie en sedimentatie.
 

Hollands diep. Copyright Henk van de Graaf

Een deel van het estuarium anno nu. Natuur in concurrentie met industrie.
Rivierenkruispunt Hollands Diep, Dordtse kil (bakboorduit naar boven), aan stuurboord de Moerdijkbruggen met de Nieuwe Merwede en de Amer en geheel rechtsboven de Biesbosch.
Links in het midden de natuurontwikkelingen (met windmolens) in de Hoekse Waard.
Foto: Henk van de Graaf


Zo ontstond in het Helinium-gebied een nieuwe estuariumarm: Haringvliet-Hollandsdiep- Biesbosch. Hier zette de wedergeboorte in van het elders veelal ontgonnen natuurlijk zoetwatergetijdenlandschap. Het begon met de Biesbosch, waar pioniersstadia met biezen intussen al weer schaars zijn geworden en veel land weer is bekaad en bedijkt. Hollandsdiep en Haringvliet zijn, op wat oevergebieden na, nog niet zo ver gevorderd. Intussen breidde het gebied van Holland zich uit tot buiten het strikte zoetwatergetijdengebied in Holland en Zeeland (o.a. Middelburg). Ook kregen de Graven zeggenschap langs de duinrand, diverse veenstromen, riviertakken en klei-op-veengebieden naar het noorden tot in het woongebied van de Friezen (rond Haarlem en Amsterdam), deels in concurrentie met Bisschop van Utrecht.

De homo technicus neemt het heft in handen. De toenemende welvaart maakte het mogelijk steeds geavanceerder technieken te ontwikkelen en zo zelf het initiatief te nemen, maar ook het dynamisch evenwicht (waarvan men nog geen weet had) te laten voor wat het was.

Ies Zonneveld

Einde deel 1 (in deel 2 'van Homo technicus naar nieuw evenwicht'.)
Meer Ies: Youtube

reageer op dit artikel
* Dit artikel is eerder gepubliceerd in vakblad Natuur bos en landschap

 

 

Terug naar inhoudsopgave

Niets uit deze pagina mag worden gepubliceerd zonder toestemming van de auteur(s).
Ongevraagd gebruik van andermans beeldmateriaal is strafbaar.
2014 © Biesbosch.nu