Biesbosch.nu

Magazine januari/februari 2009


 

Terug naar inhoudsopgave

Een hinderlaag met grote gevolgen
Door Anja van der Starre

Plaquettes aan de Hervorme Kerk in Sliedrecht en de voormalige School met de Bijbel in Hardinxveld-Giessendam herinneren aan de dramatische razzia van 16 mei 1944.Tijdens de oorlogsjaren werd de Biesbosch gebruikt voor het verbergen van onderduikers, verzetsmensen, Engelse piloten en crossings. De Biesbosch was in die tijd een ruig en ondoordringbaar gebied waar de Duitsers niet graag kwamen. Speciaal voor het Biesboschmagazine schreef Anja van der Starre een artikel over een dramatische razzia die plaatsvond op 16 mei 1944 en die grote gevolgen had voor de inwoners van de rond de Biesbosch liggende dorpen.



Mei 1944: hinderlaag in Biesbosch met grote gevolgen
Dat de Biesbosch in de Tweede Wereldoorlog een belangrijk gebied was voor de zogenaamde crossers weten veel mensen wel. Wat minder bekend is, is dat zich in mei 1944 in het gebied een tragedie heeft afgespeeld met grote gevolgen voor veel gezinnen uit met name de dorpen Sliedrecht, Hardinxveld-Giessendam, Sleeuwijk en Werkendam.

Wat gebeurde er precies?
De ondergrondse lokte in de nacht van 9 op 10 mei 1944 bij de Helsluis enkele landwachters in een hinderlaag. De landwachters, die met een speciale boot regelmatig jacht maakten op mensen die zich in de Biesbosch verborgen hielden, hadden informatie gekregen over vermoedelijke onderduikers. Bij de aangegeven plaats losten ze enkele schoten, die direct door het verzet beantwoord werden. Tijdens dit vuurgevecht vielen er aan de zijde van de landwacht twee doden. Een daad met grote gevolgen voor veel jonge mannen tussen de 18 en 25 jaar uit de dorpen aan weerszijden van de Merwede.

Razzia
Groep Merwedegijzelaars in Niederlahnstein am Rhein, mei 1945.De bezetter liet het namelijk niet zitten bij de moord op de twee landwachters.
Op
dinsdag 16 mei 1944 slaan de Duitsers toe met een grote vergeldingsrazzia in Sliedrecht, Giessendam, Hardinxveld, Sleeuwijk, Werkendam en de Biesbosch. Hiervoor werden tussen de 2.000 en 2.500 leden van de Grüne Polizei, SS, en Wehrmacht ingezet. Ze doorzochten huizen, gebouwen en vervoermiddelen zoals treinen en bussen en kamden de polders uit op zoek naar jonge mannen.

Enkelen konden de dans ontspringen door weg te kruipen op de meest onmogelijke plaatsen, bijvoorbeeld in schoorstenen, onder de vloer en soms ook in grote bomen. Maar voor ongeveer 900 jonge mannen, Merwedegijzelaars genoemd, verliep de razzia rampzalig. Ze werden zonder enige vorm van proces meegevoerd en op twee plaatsen verzameld. In Sliedrecht bij de Nederlands Hervormde Kerk en in Neder-Hardinxveld op het schoolplein van de School met de Bijbel nabij de boogbrug. Veel van hen waren op weg naar hun werk al opgepakt, zodat het een lange dag werd. ’s Avonds werden de jonge mannen in gesloten overvalwagens op transport gesteld naar Kamp Amersfoort, een 'Durchgangslager'.

Kamp Amersfoort
In Kamp Amersfoort behielden de Merwedegijzelaars hun burgerkleding. Zij werden ingedeeld bij de Strovlechterij; later werden zij ook tewerkgesteld in de Biezenvlechterij. Pas vanaf 9 juni dienden de gijzelaars met de andere gevangenen op appèl te verschijnen. Tot die tijd waren ze vrijgesteld van appèl met hun medegevangenen. Vanaf 16 mei 1944 (de dag dat de Merwedegijzelaars in Kamp Amersfoort arriveerden) tot 6 juli 1944 werden in totaal 263 Merwedegijzelaars in vrijheid gesteld. Dat gebeurde in veel gevallen op verzoek van hun werkgever. Dit waren voornamelijk werknemers van bedrijven die voor de Duitse bezetter belangrijk waren, zoals Aviolanda, scheepswerven en andere metaalverwerkende bedrijven.

Op transport naar kampen in Duitsland
Ronde tenten in het Krijgsgevangenenkamp in Beisfjord bij Narvik (Stalag 330), gelijk aan De Kippe en Zöschen. Op 28 juni 1944 werden de nog aanwezige gijzelaars (circa 650; hierbij waren ook gijzelaars uit Beverwijk en Bedum) geselecteerd voor transport naar verschillende kampen Duitsland. Dat transport vond plaats in de nacht van 6 op 7 juli 1944. Behoudens Schkopau waren de kampen waar de gevangenen werden ondergebracht niet van het beste soort. Vooral in Kamp de Kippe te Lippendorf leefden de gevangenen als varkens in tentjes van hardboard met stro op de grond en met slechts één deken. Daarnaast slecht en veel te weinig eten en gebrekkig sanitair. Van de 650 gevangenen die op 7 juli 1944 op transport gingen, zijn er tot en met mei 1945 circa 100 overleden ten gevolge van ziektes (o.a. tuberculose, typhus, heimwee), ondervoeding, mishandeling en bombardementen. Dit aantal betreft alleen de officieel geregistreerde overledenen, het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk hoger.

Van de Merwedegijzelaars zijn er meer dan 25 in Duitsland overleden. Bij veel overlevenden zijn de wonden, die de kampperiode bij hen sloeg, nooit genezen. Maatschappelijke steun of erkenning was er niet of nauwelijks, mede daardoor hebben velen de traumatische ervaringen niet kunnen verwerken. Het mag duidelijk zijn, dat dit leed ook duidelijk voelbaar was in hun latere gezinsleven. Misschien iets om eens even bij stil te staan, wanneer u een wandeling maakt door het prachtige Biesboschgebied.
 


Uitgebreide informatie met personalia, artikelen en foto's kunt u vinden op de speciale hiervoor gemaakte website
www.merwedegijzelaars.nl

 

 

Terug naar inhoudsopgave

Niets uit deze pagina mag worden gepubliceerd zonder toestemming van de auteur(s).
Ongevraagd gebruik van andermans beeldmateriaal is strafbaar.
2009 © Biesbosch.nu